maandag 7 december 2009

Concertgebouw Orkest wil meer geld voor topmusici

Het artikel in NRC Handelsblad (25-1-2008):

Concertgebouw Orkest wil meer geld voor topmusici

Door onze redacteur Kasper Jansen

Amsterdam, 25 jan. Het Koninklijk Concertgebouworkest vraagt drie miljoen euro meer subsidie om een dreigend verlies aan kwaliteit en internationaal prestige te voorkomen. De salarissen zijn volgens chefdirigent Jansons te laag om musici van niveau te kunnen aantrekken. Momenteel krijgt het orkest 10 miljoen euro subsidie per jaar.

Het Concertgebouworkest wordt over het algemeen gezien als een van de drie beste orkesten ter wereld, naast de Wiener Philharmoniker en de Berliner Philharmoniker. Jansons werd in 2005 door het BBC-blad Music uitgeroepen tot ‘de grootste dirigent van onze tijd’.

In de subsidie-aanvragen bij het rijk en de gemeente Amsterdam voor de komende vier jaar noemt het Concertgebouworkest situatie „ronduit zorgelijk”. Het gaat vooral om de mogelijkheden om hoog-getalenteerde musici in dienst te nemen en om de positie ten opzichte van de internationale concurrenten op het gebied van financiering. Musici van niveau kunnen bij concurrerende orkesten in Berlijn, Wenen of New York veel meer geld verdienen in Amsterdam.

Het orkest vraagt voor de komende vier jaar een verhoging van de subsidie met drie miljoen boven de huidige tien miljoen euro per jaar. Dat geld moet worden besteed aan een salarisverhoging, die noodzakelijk is om de kwaliteit te handhaven. Vanaf volgend jaar wil het orkest de musici twintig procent meer gaan betalen. Het orkest wil ook zelf de eigen inkomsten vergroten. Binnen tien jaar wil het orkest de musici ook een topinstrument in bruikleen geven, zodat ze daarin niet zelf hoeven investeren.

Zelfs als de subsidies zo fors worden verhoogd, wil het Concertgebouworkest in de toekomst minder vaak de veel voorbereiding kostende voorstellingen van de Nederlandse Opera begeleiden. Het orkest wil minder vaak tijdrovend hedendaags repertoire spelen en vaker lucratief in het buitenland optreden. Alleen dan kan de huidige 50-50 verhouding tussen subsidie en eigen inkomsten weer worden hersteld.

Rijksmuseum

Mariss Jansons, chef dirigent sinds 2004, probeert het orkest te behoeden voor middelmatigheid. „De toekomst en de toppositie van het Concertgebouworkest in de wereld staan op het spel. Het orkest is voor Nederland net zo belangrijk als het Rijksmuseum, dat nu voor heel veel geld wordt gerestaureerd."

Mariss Jansons heeft de problemen bij zijn orkest vorige week persoonlijk voorgelegd aan cultuur-minister Plasterk, die op de 65ste verjaardag van de chefdirigent met hem kennismaakte en met hem lunchte in het Concertgebouw. „Ik zei tegen hem dat de kwaliteit van het orkest niet vanzelfsprekend is. Het orkest is niet onkwetsbaar. Wie had vijf jaar gedacht dat de internationale positie van Ajax zó snel zou teloorgegaan. Ik wil niet dat het met het orkest die kant op gaat."

„Ministers gaan in het buitenland altijd prat op het Concertgebouworkest, we zijn de culturele ambassadeur van Nederland. Maar het mag niet te veel kosten. En het ene orkest mag niet veel meer krijgen dan het andere. Het Concertgebouworkest heeft speciale steun nodig, het is nu eenmaal het beste Nederlandse orkest. Dan moet er ook onderscheid worden gemaakt. We verdienen meer wegens excellentie, harder werken, meer stress. In elk concert in binnen- en buitenland moet het KCO zijn enorme reputatie waarmaken.”

Salarissen

De salarissen van musici bij vergelijkbare buitenlandse orkesten liggen, gecorrigeerd voor koopkracht, 40 tot 70 procent boven wat het KCO kan bieden. Een orkestlid begint in die vergelijking in Amsterdam met 33.000 euro bruto, in München met 57.000 euro en in New York met 58.000 euro. In Berlijn en Wenen liggen die bedragen nog hoger.

Het Concertgebouworkest, dat de komende jaren een pensioneringsgolf beleeft, is daardoor voor musici met het vereiste niveau onaantrekkelijk als werkgever. Bovendien zijn de woonlasten in Amsterdam voor een huis waar men ook kan repeteren, zeer hoog.

Nu al heeft het orkest de grootste moeite vacatures te vervullen. Sommige blijven jarenlang oningevuld, voor andere zijn vaak drie of meer wervingsrondes nodig, de proeftijd moet worden verlengd en leidt dan soms zelfs niet tot een vaste aanstelling.

Het orkest werft internationaal en heeft musici met twintig nationaliteiten. Jansons: „Ik ben bij bijna alle audities van solliciterende musici. Het is moeilijk. Als wij onder Nederlanders niet voldoende niveau vinden, zoeken we in het buitenland. Maar de beste buitenlanders kunnen elders meer verdienen, zelfs in tweede klas-orkesten.”

Van alle Nederlandse orkesten heeft het Concertgebouworkest de meeste eigen inkomsten, dankzij een voortvarend zakelijk beleid, hoge toegangsprijzen die oplopen tot 70 euro, sponsors en buitenlandse tournees. Ook daarom vindt het orkest dat het extra inspanningen kan vragen van de overheid. Jansons: „Ik werkte twintig jaar in Oslo, daar ging het net zo. Helaas durven ministers geen radicale beslissingen te nemen en te zeggen dat ze vooral het allerbeste ondersteunen.”

Motivatie van Raymond Cromzigt

Orkesten in het buitenland verdienen gemiddeld 40 tot 70 procent meer als een concertgebouw orkest in Nederland. Om de kwaliteit te waarborgen moeten de musici meer verdienen anders vertrekken ze naar een ander orkest in het buitenland. Persoonlijk vind ik 33.000 euro bruto per orkestlid te mager. Die mensen studeren jarenlang heel veel uren en net als de musea vind ik dat de muzieksector meer subsidie moet krijgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten