donderdag 17 december 2009

Taiji from medical viewpoint

Taiji is one part of the traditional Martial Arts, called Wu Shu.
It has been exercised since the 16th century among the Chinese
people to keep the body in a good condition and prevent or heal
diseases. The exercises have been simplified in 1956 which made
this sport even more popular.
Taiji is often practiced as an important part of the healing process
in hospitals and has proved as extraordinarily succesful in healing
high blood pressure, neuratenia and lung tubercolosis. The positive
aspects of Taiji can be traced back to its specific character as f. e.

1.) The execises require full concentration while the mind is not
deflected by anything
2.) All movements are done slowly and are floating in a continous way
3.) Natural breathing is necessary. Some parts of the exercises are done
while breathing into the stomach. Breath is in rhythmic harmony to
the movements of the body.

From the viewpoint of sport´s medicine Taiji is an important way of
prevention and treatment of diseases.

As both body and mind are demanded at the same time, these exercises
stimulate the cortex by activating some parts of the brain and by retarding
other parts.
This allows the brain to relax and stops the tension on the cortex which is
provoqued by different bad influences.
Therefore this sport is part of the healing process of different diseases of
nerves and soul. However Taiji is not a mysterious panacea against
diseases. But even for beginners it is more than evident that Taiji requires
the whole body - active and passive.
While doing the exercises the muscles are worked on a pleasant way, and
going from tension to relaxation especially the muscles in the legs are required
by flexing and stretching.

Taiji is an excellent way of strengthening the bones and - as a consequence -
to prevent from atrophy.
The flexibility of the whole body is trained by the smooth movements.
This is the reason why pliability of the joints and the flexibility of the
muscles is held up and /or improved.

Bruce Lee VS japanese school

zondag 13 december 2009

Optredens december

26 december bij Archi interieur van 12:00 tot 16:00
Watermanweg 123
Woonmall Alexandrium III
3067 GA Rotterdam

28 december de Bijenkorf Rotterdam 12:30h
Coolsingel 105
3012 AG Rotterdam

28 december 13:30h foyer de Doelen Rotterdam
Schouwburgplein 50, Rotterdam

28 december de Doelen zaal JZ
inspeelzaal 5 en inspeeltijd 16:18
speeltijd: 16:30

maandag 7 december 2009

Concertgebouw Orkest wil meer geld voor topmusici

Het artikel in NRC Handelsblad (25-1-2008):

Concertgebouw Orkest wil meer geld voor topmusici

Door onze redacteur Kasper Jansen

Amsterdam, 25 jan. Het Koninklijk Concertgebouworkest vraagt drie miljoen euro meer subsidie om een dreigend verlies aan kwaliteit en internationaal prestige te voorkomen. De salarissen zijn volgens chefdirigent Jansons te laag om musici van niveau te kunnen aantrekken. Momenteel krijgt het orkest 10 miljoen euro subsidie per jaar.

Het Concertgebouworkest wordt over het algemeen gezien als een van de drie beste orkesten ter wereld, naast de Wiener Philharmoniker en de Berliner Philharmoniker. Jansons werd in 2005 door het BBC-blad Music uitgeroepen tot ‘de grootste dirigent van onze tijd’.

In de subsidie-aanvragen bij het rijk en de gemeente Amsterdam voor de komende vier jaar noemt het Concertgebouworkest situatie „ronduit zorgelijk”. Het gaat vooral om de mogelijkheden om hoog-getalenteerde musici in dienst te nemen en om de positie ten opzichte van de internationale concurrenten op het gebied van financiering. Musici van niveau kunnen bij concurrerende orkesten in Berlijn, Wenen of New York veel meer geld verdienen in Amsterdam.

Het orkest vraagt voor de komende vier jaar een verhoging van de subsidie met drie miljoen boven de huidige tien miljoen euro per jaar. Dat geld moet worden besteed aan een salarisverhoging, die noodzakelijk is om de kwaliteit te handhaven. Vanaf volgend jaar wil het orkest de musici twintig procent meer gaan betalen. Het orkest wil ook zelf de eigen inkomsten vergroten. Binnen tien jaar wil het orkest de musici ook een topinstrument in bruikleen geven, zodat ze daarin niet zelf hoeven investeren.

Zelfs als de subsidies zo fors worden verhoogd, wil het Concertgebouworkest in de toekomst minder vaak de veel voorbereiding kostende voorstellingen van de Nederlandse Opera begeleiden. Het orkest wil minder vaak tijdrovend hedendaags repertoire spelen en vaker lucratief in het buitenland optreden. Alleen dan kan de huidige 50-50 verhouding tussen subsidie en eigen inkomsten weer worden hersteld.

Rijksmuseum

Mariss Jansons, chef dirigent sinds 2004, probeert het orkest te behoeden voor middelmatigheid. „De toekomst en de toppositie van het Concertgebouworkest in de wereld staan op het spel. Het orkest is voor Nederland net zo belangrijk als het Rijksmuseum, dat nu voor heel veel geld wordt gerestaureerd."

Mariss Jansons heeft de problemen bij zijn orkest vorige week persoonlijk voorgelegd aan cultuur-minister Plasterk, die op de 65ste verjaardag van de chefdirigent met hem kennismaakte en met hem lunchte in het Concertgebouw. „Ik zei tegen hem dat de kwaliteit van het orkest niet vanzelfsprekend is. Het orkest is niet onkwetsbaar. Wie had vijf jaar gedacht dat de internationale positie van Ajax zó snel zou teloorgegaan. Ik wil niet dat het met het orkest die kant op gaat."

„Ministers gaan in het buitenland altijd prat op het Concertgebouworkest, we zijn de culturele ambassadeur van Nederland. Maar het mag niet te veel kosten. En het ene orkest mag niet veel meer krijgen dan het andere. Het Concertgebouworkest heeft speciale steun nodig, het is nu eenmaal het beste Nederlandse orkest. Dan moet er ook onderscheid worden gemaakt. We verdienen meer wegens excellentie, harder werken, meer stress. In elk concert in binnen- en buitenland moet het KCO zijn enorme reputatie waarmaken.”

Salarissen

De salarissen van musici bij vergelijkbare buitenlandse orkesten liggen, gecorrigeerd voor koopkracht, 40 tot 70 procent boven wat het KCO kan bieden. Een orkestlid begint in die vergelijking in Amsterdam met 33.000 euro bruto, in München met 57.000 euro en in New York met 58.000 euro. In Berlijn en Wenen liggen die bedragen nog hoger.

Het Concertgebouworkest, dat de komende jaren een pensioneringsgolf beleeft, is daardoor voor musici met het vereiste niveau onaantrekkelijk als werkgever. Bovendien zijn de woonlasten in Amsterdam voor een huis waar men ook kan repeteren, zeer hoog.

Nu al heeft het orkest de grootste moeite vacatures te vervullen. Sommige blijven jarenlang oningevuld, voor andere zijn vaak drie of meer wervingsrondes nodig, de proeftijd moet worden verlengd en leidt dan soms zelfs niet tot een vaste aanstelling.

Het orkest werft internationaal en heeft musici met twintig nationaliteiten. Jansons: „Ik ben bij bijna alle audities van solliciterende musici. Het is moeilijk. Als wij onder Nederlanders niet voldoende niveau vinden, zoeken we in het buitenland. Maar de beste buitenlanders kunnen elders meer verdienen, zelfs in tweede klas-orkesten.”

Van alle Nederlandse orkesten heeft het Concertgebouworkest de meeste eigen inkomsten, dankzij een voortvarend zakelijk beleid, hoge toegangsprijzen die oplopen tot 70 euro, sponsors en buitenlandse tournees. Ook daarom vindt het orkest dat het extra inspanningen kan vragen van de overheid. Jansons: „Ik werkte twintig jaar in Oslo, daar ging het net zo. Helaas durven ministers geen radicale beslissingen te nemen en te zeggen dat ze vooral het allerbeste ondersteunen.”

Motivatie van Raymond Cromzigt

Orkesten in het buitenland verdienen gemiddeld 40 tot 70 procent meer als een concertgebouw orkest in Nederland. Om de kwaliteit te waarborgen moeten de musici meer verdienen anders vertrekken ze naar een ander orkest in het buitenland. Persoonlijk vind ik 33.000 euro bruto per orkestlid te mager. Die mensen studeren jarenlang heel veel uren en net als de musea vind ik dat de muzieksector meer subsidie moet krijgen.

Wudang Tai Chi Sword

Tai Chi 24-form

Tai Chi

Tai chi, (t'ai4 chi2 ch'üan2, Wade-Giles; tài jí quán, hanyu pinyin; tai ji chuan (Yale)) is een Chinese neijia vechtkunst.

Stijlen

Er bestaan binnen het tai chi verschillende stijlen, zoals de chen-, yang-, wu- en sun-stijl, waarbij de yang-stijl voornamelijk langzaam wordt uitgevoerd en de chen-stijl ook explosieve momenten in zich heeft. Deze stijlen zijn vaak weer onderverdeeld in diverse substijlen van leraren die er hun eigen kennis, vaardigheid en ervaring aan toe hebben gevoegd. De bewegingen worden in een vaste volgorde uitgevoerd. De tai-chibeoefenaren spreken van vormen (套路 taolu). Elke stijl kent zijn eigen vormen, die van leraar op leerling worden overgedragen. Een vorm helemaal doorlopen duurt 3 tot 20 minuten. De langzame bewegingen, die vanuit de buik en vooral zeer ontspannen uitgevoerd worden, zijn kenmerkend voor tai chi. Met name in de Chen-stijl is de nadruk op het zelfverdedigings aspect veel sterker aanwezig dan bij bijv. de yang-stijl. De vormen worden vaak dieper uitgevoerd, waarbij men dus meer door de knieën zakt en zo beter de balans leert te bewaren. Bij tai chi als zelfverdediging ligt de nadruk met name op het verstoren van de balans van de tegenstander, door in de beweging van de tegenstander mee te gaan en deze te neutraliseren. Daarbij is het behouden van het eigen evenwicht uiteraard van groot belang. Op het moment dat de tegenstander uit balans is gebracht, kan eventueel een tegenaanval worden ingezet.

Filosofie

In tai-chi wordt veel gebruik gemaakt van concepten uit de Chinese filosofie, zoals qi.

De naam en de spelling

Tai chi is een verkorte naam. Voluit heet het T'ai Chi Ch'üan, meestal vereenvoudigd tot Tai Chi Chuan. Woord voor woord vertaald betekent dat ongeveer ultieme beste vuist (vechtmethode). Deze term is eeuwen geleden ontstaan toen gevechtstechniekontwikkelaars de meest effectieve efficiënte methode voor het gevecht ontwikkelden. Bij bijna alle stukjes van de Vorm gaan afweerbeweging en aanvalbeweging samen[bron?].

Er zijn drie erkende systemen[bron?] die een poging doen de chinese karakters om te zetten in een westerse schrijfwijze. De meest voorkomende schrijfwijze is tai chi ch'üan. Deze schrijfwijze wordt Wade-Giles genoemd. Een tweede schrijfwijze is tai ji quan of taijiquan. Deze schrijfwijze wordt hanyu pinyin genoemd. En een derde, ietwat minder bekend, is tai ji chuan (Yale systeem). De uitspraak is voor alle drie dezelfde, en is bij benadering (fonetisch): Thai Dzjie Tsjhwèn. Met de klemtoon op het middelste woord, dat heel kort wordt uitgesproken. In het Nederlands is het echter meer gebruikelijk Tai chi als 'tai-tsjie' uit te spreken.

NB: de uitspraak en betekenis van Chi is hier niet dezelfde als die in Qigong, waar Chi de betekenis heeft van Levensenergie, en uitgesproken wordt als "tsjie".